Door de verschijning en de voorspelling van Rycheldin krijgt Baeto zijn daadkracht terug. Nadat hij zijn vrouw de lof heeft toegezongen – hij noemt haar zelfs zijn Godin! – en heeft bedankt, spoort hij zijn metgezellen aan om verder te trekken.
Scène 4
Baeto, Hes, Burgherhart, Zeghemond, Rei van nonnen, Rei van joffren, Rei van sóldaten BAETO O tróuw gezelschap, hier te marren is niet goedt. Den vaderlande geef’ nu elck de laatste groet, En zich aan geen’ zyd’ van dees’ grenzen. Eeuwigh duuren De hemel doe uw’ roem by vreemden en gebuuren, Landóuwe lief. Dit is ’t lest dat ick u betreê; En laat u, op dat u niet laat d’ inlandsche vreê. Ghy jongsken vólghtm’, en wenscht dat nemmer gae verloren De króón die ghy verliest; al wasse’ u aangeboren Van aver t’ aver. Zeg; Gódt hoed’ myn gróótvaêrs ryck. HES Gódt hoed’ myn gróótvaêrs ryck. BURGHERHART Wy wenschen ’t al gelyck. ZEGHEMOND De hemel, vaderlandt, spreid’ over u zyn’ zeghen. REI VAN NONNEN De hemel hóud zyn’ jonst altydt tót u geneghen. REI VAN JOFFREN O plaats van ons’ geboort, die hoed’ u voor gequel. REI VAN SÓLDATEN O vaderlandt, wy gaan. Het gae u eeuwigh wel. BURGHERHART Gróótmoedigh vórst, wy zyn nu van de plaats begeven Die met den eersten aêm opblies ons’ aller leven; Die met haar’ vruchten eerst ons heeft al t’zaam gevoedt; Uyt wiens gewas ons is gewassen vleesch en bloedt. Wy hebben nu geruimt, myn vórst, en zyn hier buiten De grenzen van het ryck, en palen die besluiten De konincklycke maght, daar onzer kleen en gróót Aan onderworpen werd zelf van zyns moeders schóót. En vinden ons ter pleck, daar niemandt te gebieden Heeft over ons. Dies staat u vry ons vrije lieden T’ ontfangen in vooghdy: en ons te kiezen, wien Wy toevertróuwen dat óórbaarlyckst zal gebiên. Het openstaande ryck wilt over ons aanvaarden. REI VAN SÓLDATEN ’t Is onze wil. ZEGHEMOND Verstreckt den vólcke’ een Gódt op aarden. BAETO Ick heb de maght niet om te weigren ’t geen ghy wilt. BURGHERHART Laat ons ontfangen dan den vórst op dezen schildt. Hef op. BAETO Ick sweer, nae wys en wetten, d’ heerschappije By raadt van d’ edelst’ en de best’ der burgerije Te voeren over u, myn’ lieden; dien naar my, Met wien ghy ’t hóudt, voortaan uw naam Baethauwers zy. Godt hoed’ my voor ’t aanstaand’, en boete my ’t vervloghen,, leidt, Zó waar als dit is. BURGHERHART Hier is der Baethauwers moghenheidt. REI VAN SÓLDATEN Lang leef’ de koning. REI VAN JOFFREN Lang gezondt. REI VAN NONNEN Altydt in eer. En ’t mangel zyner stam aan spruiten nemmermeer. BAETO In vrede kloeck als byên, in óórlógh kloeck als leeuwen Doorleef’ myn vólck, met hunn’ naekomelingen, d’ eeuwen, En nemmermeer en nyp’ hen een te straf beleidt. ZEGHEMOND En nemmermeer en slóóp hen d’ ongebondenheit. REI VAN JUFFRÓUWEN Vórsten hóógh, die wilt bekleden Met glori eerlyck uw’ hailighe thrónen; Weten moet ghy, dat reden Zinnelyck heeft, met uw’ glansrycke krónen Naegekuist des zons sieraden; Om u haar’ zeden Nae te doen yvren, en tónen Uw’ genaden Aan goên en quaden. Eindt. |
Baeto, Hes, Burgerhart, Zegemond, Rei van Nonnen, Rei van Juffrouwen, Rei van Soldaten BAETO O trouw gezelschap, het is niet goed hier te treuzelen, Laat iedereen het vaderland nu groeten, en zich begeven naar de andere kant van de grens. Geliefd land, laat de Hemel uw roem bij vreemdelingen en buurlanden voor altijd voortduren. Dit is voor het laatst dat ik u betreed, en ik verlaat u zodat de binnenlandse vrede u niet zal verlaten. Gij jongen[foot]Gij jongen: Hes wordt hier aangesproken.[/foot], volg en zorg dat de kroon die je verliest nooit verloren gaat, al kwam ze je door geboorte van ouder op ouder rechtens toe. Zeg: moge God mijn grootvaders rijk behoeden. HES Moge God mijn grootvaders rijk behoeden. BURGERHART Dat wensen wij allen. ZEGEMOND Moge de Hemel Zijn zegen over uw vaderland spreiden. REI VAN NONNEN Laat de hemel u altijd goedgezind blijven. REI VAN JOFFROUWEN O plaats van onze geboorte, moge de Hemel u voor leed behoeden. REI VAN SOLDATEN O vaderland, wij gaan. Het ga u eeuwig wel. BURGERHART Edele vorst, wij zijn nu van de plaats weggegaan die vanaf de eerste ademtocht onze levensvonk aanwakkerde[foot]Vanaf onze geboorte was dit ons thuis.[/foot], die vanaf het begin ons allen met haar vruchten heeft gevoed, door deze gewassen voedden wij ons vlees en bloed. Wij hebben nu het land verlaten, mijn vorst, en zijn hier buiten de grenzen van het rijk en de grenspalen die de Koninklijke macht insluiten, waar elk van ons, klein en groot, aan onderworpen werd, zelfs vanaf zijn moeders schoot, en bevinden ons op een plaats, waar niemand iets over ons te zeggen heeft. Daarom bent u vrij om ons, vrije lieden, als onderdanen aan te nemen, en staat het ons vrij te kiezen van wie wij verwachten dat hij ons op de beste wijze zal regeren. Wij verzoeken u om koning te worden van dit koninkrijk dat nog geen koning heeft. REI VAN SOLDATEN ’t Is onze wens. ZEGEMOND Wees voor het volk een God op aarde. BAETO Ik heb de macht niet om dat wat jullie willen te weigeren. BURGERHART Laat de vorst dan op ons schild staan. Hef het schild. BAETO Ik zweer, mijn lieden, dat ik volgens de gewoonten en wetten luisterend naar de raad van de edelsten en de besten uit de burgerij, over u zal regeren. Naar mij, aan wiens zijde gij staat, zult gij voortaan Bataven heten. Moge God mij waarlijk behoeden voor nieuw verdriet en mij het oud verdriet verzachten. BURGERHART Hier ontstaat het rijk der Bataven. REI VAN SOLDATEN Lang leve de koning. REI VAN JUFFROUWEN Voor altijd gezond. REI VAN NONNEN Voor altijd in eer. En laat de spruiten[foot]spruiten: kinderen. Hier: het zal zijn nageslacht nooit aan nakomelingen ontbreken.[/foot] nooit meer van hun stam snoeien. BAETO Moge mijn volk en zijn nakomelingen, leven in vredestijd ijverig als bijen, in de oorlog dapper als leeuwen, en moge hen nooit een te streng bewind benauwen. ZEGEMOND En moge de ongebondenheid[foot]ongebondenheid: de gegeven vrijheid.[/foot] hen nooit naar de ondergang brengen. REI VAN JUFFROUWEN Hoge vorsten, die op eerlijke wijze met glorie uw heilige tronen willen bekleden, gij moet weten dat het menselijk verstand, in de glans van uw kronen symbolisch de pracht van de zon[foot]Vergelijking van de koning met de zon.[/foot] heeft weergegeven zodat u, evenals de zon, uw gunsten zult uitstralen naar goede en slechte mensen. Einde. |
Tekstvragen
Wat bedoelt Zegemond met de ‘ongebondenheid‘ die hen naar de ondergang zou kunnen brengen?