Les 5 De Bataafse stamvader

Naast en Euripides heeft zich ook laten inspireren door . De lotgevallen van Baeto lijken namelijk heel veel op die van , de hoofdpersoon uit diens gelijknamige . was een Trojaanse prins. vertelt hoe hij, wanneer Troje brandt door de Griekse list met het paard, zijn stad moet ontvluchten, om in een nieuw land – Italië – een nieuw volk te stichten: de Romeinen. Dat is een opdracht van de goden. Er is haast bij geboden. neemt zijn zoontje aan de hand en zijn vader op zijn rug, en trekt naar een onbekende bestemming. Zijn vrouw Creüsa moet hij tot zijn grote verdriet achterlaten in de brandende stad. ’s Nachts verschijnt de schim van zijn overleden vrouw. Ze spreekt:

‘Lieve man, je moet niet zo dwaas zijn om door je gevoel je zózeer te laten beheersen. Dit gebeurt niet buiten de wil van de goden. Goddelijk recht en Jupiter zelf verbieden dat Creüsa door jou als reisgenoot mee wordt genomen. Lange verbanning en verre zeeën staan je te wachten. Jij zult een westers land bereiken waar de Lydische Tiber te midden van vruchtbare akkers rustig zijn water laat stromen. Daar zullen voorspoed, een vorstentroon, een vooraanstaande vrouw je deel zijn. Huil dus niet langer om je beminde Creüsa.’
Uit: Vergilius, Aeneas II, 776 – 784. Vertaling: Piet Schrijvers (2011).

Dit fragment is ongetwijfeld het voorbeeld geweest voor , bij het schrijven van de tweede scène van Baeto. De verhalen van en Baeto lijken ook in andere opzichten veel op elkaar. Zowel als Baeto zijn uitverkoren om in het westen, bij een met name genoemde rivier, een groot, machtig en dapper volk te stichten, geroemd over de hele wereld. Ze hebben bovendien vergelijkbare karaktereigenschappen: beiden hebben ze eerbied voor de goden, voor hun volk en hun familie. Net als moet Baeto een vredesvorst zijn. Hij pleegt geen gewapend verzet, maar verkiest en een onzekere toekomst, waarmee hij een burgeroorlog voorkomt. Zo maakte van zowel als Baeto voorbeelden voor de inwoners van de , die – hoewel levend in oorlogstijd – net als deze oervaders intern bloedvergieten zouden moeten zien te voorkomen.
 
In feite heeft het verhaal van verplaatst van Troje naar de landsgrens van de , waarbij hij o.a. de gegevens van gebruikte. Hij kon het verhaal eigenlijk niet christelijk maken – Christus was immers nog niet geboren toen Baeto zijn land verliet – maar het stuk heeft wel een uitgesproken godsdienstige ondertoon. De enige tekst die Hes in het stuk uitspreekt is het gebed dat hij zijn vader moet nazeggen: ‘Moge God mijn grootvaders rijk behoeden’. Waarna Zegemond meteen instemt met de bede: ‘Moge de Hemel Zijn zegen over uw vaderland spreiden.’
 
Door alle overeenkomsten met de Aeneïs mogen we Baeto zeker beschouwen als een daarvan. En door het toegevoegde religieuze element misschien ook wel als een .

 

Opdracht 3

Vergelijk de toespraak van Creüsa met die van Rycheldin. De uiteindelijke boodschap is dezelfde, maar ze leggen andere accenten.
Waarom zou Hooft Rycheldin zoveel tekst hebben gegeven? Wil hij haar iets extra laten zeggen? Wat dan?

Opdracht 4

Lees op de site over literatuurgeschiedenis de informatie over rederijkerskamers:
a. Leg uit waarom de vorm waarin rederijkers schreven zo belangrijk was.
b. Welk rijm gebruikt Hooft in de eerste twee regels van de oorspronkelijke tekst van het vijfde bedrijf van Baeto?

Opdracht 5

Ook in de afgelopen eeuw hebben veel schrijvers zich laten inspireren door verhalen uit de oudheid. Ken je voorbeelden hiervan? Denk aan bewerkingen voor kinderen van o.a. Imme Dros, Evert Hartman, Ed Franck of Paul Biegel. Maar ook aan films, stripboeken of schrijvers van boeken voor volwassenen. Je kunt ook kijken op www.oudheid.nl. Waarschijnlijk was het doel van deze moderne schrijvers niet imitatio. Wat wel, denk je? Geef de korte inhoud weer van jouw voorbeeld. Hoe is de schrijver/tekenaar/filmproducent omgegaan met het originele verhaal, vind je?

Opdracht 6

Lees het eerste gedeelte over ‘de regels van de kunst‘ op de site over literatuurgeschiedenis. Leg uit waardoor Hooft met zijn Baeto voldoet aan de eis van ‘lering en vermaak’, zoals die in de zeventiende-eeuwse literatuur bestond.

(ca. 56-117) Publius Cornelius Tacituswas een Romeinse historicus, schrijver en redenaar. Hij schreef de Germania en de Historiën. Hij wordt in de geschiedenis gezien als grootste historicus van Rome.
(1581-1647) Pieter Corneliszn. Hooft was een Nederlandse geschiedkundige, dichter en toneelschrijver. Hooft kan gezien worden als de grondlegger voor de serieuze Nederlandse literatuur.
(70-19 v Chr.) Publius Vergilius Maro was een Romeinse dichter. Zijn bekendste werk is zijn epos Aeneis.
Grieks mythologisch epos door Vergilius over de Trojaanse held Aeneas. Aeneas wordt in de Griekse mythologie gezien als de stichter van Rome.
Heldendicht: een verhaal in dichtvorm over beroemde gebeurtenissen in de geschiedenis.
Grieks mythologisch epos door Vergilius over de Trojaanse held Aeneas. Aeneas wordt in de Griekse mythologie gezien als de stichter van Rome.
(70-19 v Chr.) Publius Vergilius Maro was een Romeinse dichter. Zijn bekendste werk is zijn epos Aeneis.
Grieks mythologisch epos door Vergilius over de Trojaanse held Aeneas. Aeneas wordt in de Griekse mythologie gezien als de stichter van Rome.
(1581-1647) Pieter Corneliszn. Hooft was een Nederlandse geschiedkundige, dichter en toneelschrijver. Hooft kan gezien worden als de grondlegger voor de serieuze Nederlandse literatuur.
Grieks mythologisch epos door Vergilius over de Trojaanse held Aeneas. Aeneas wordt in de Griekse mythologie gezien als de stichter van Rome.
Grieks mythologisch epos door Vergilius over de Trojaanse held Aeneas. Aeneas wordt in de Griekse mythologie gezien als de stichter van Rome.
Grieks mythologisch epos door Vergilius over de Trojaanse held Aeneas. Aeneas wordt in de Griekse mythologie gezien als de stichter van Rome.
Gedwongen verblijf op een plek (vaak een ander land) waar iemand niet thuis hoort.
(1581-1647) Pieter Corneliszn. Hooft was een Nederlandse geschiedkundige, dichter en toneelschrijver. Hooft kan gezien worden als de grondlegger voor de serieuze Nederlandse literatuur.
Grieks mythologisch epos door Vergilius over de Trojaanse held Aeneas. Aeneas wordt in de Griekse mythologie gezien als de stichter van Rome.
Een republiek is een staatsvorm waarbij er geen regering door erfopvolging bestaat. De macht ligt in deze staatsvorm bij één of meer personen, die de macht van het volk (democratie), het parlement of via een staatsgreep in handen gekregen hebben.
(1581-1647) Pieter Corneliszn. Hooft was een Nederlandse geschiedkundige, dichter en toneelschrijver. Hooft kan gezien worden als de grondlegger voor de serieuze Nederlandse literatuur.
(70-19 v Chr.) Publius Vergilius Maro was een Romeinse dichter. Zijn bekendste werk is zijn epos Aeneis.
Nu: Hessen. Deelstaat (deelstaten vormen samen een land) in het midden van Duitsland.
(ca. 56-117) Publius Cornelius Tacituswas een Romeinse historicus, schrijver en redenaar. Hij schreef de Germania en de Historiën. Hij wordt in de geschiedenis gezien als grootste historicus van Rome.
Een term die staat voor navolging of nabootsing in de kunsten.
Term voor het evenaren en overtreffen van een voorbeeld in de kunst te evenaren en zoveel mogelijk te overtreffen.