Les 4 Batavieren in stijl


Download een PDF-bestand van deze les


 

Introductie

Barst los, bezielt u, heilge snaren!
De lofzang ruisch’ dees bosschen rond:
’t Gevoel stroome uit uw hart, gewijde priestrenscharen!
Heft aan, ô Wodans harpenaren!
‘t Geldt de eer van d’ouderlijken grond. –

Als je bovenstaand gedicht leest, krijg je vast niet onmiddellijk tranen in je ogen of een brok in je keel. Toch zou de dichter ervan, Jan Fredrik (1767-1813), dat misschien wel graag willen. Hij schrijft in zijn voorwoord van de dichtbundel De Hollandsche natie, de bundel die met dit gedicht begint, dat hij zijn gevoel wil overbrengen op zijn lezers, het wil ‘uitstorten’ in het ‘gemoed mijner Landgenooten’. Het gevoel dat hij heeft gekregen toen hij dacht aan zijn roemruchte voorvaderen, ‘Wier weêrga’ de aard nooit zag, ligt nimmer weêr zal zien!’ Die mensen, zijn voorouders, waren dus bijzonderder dan wie ook; er zullen waarschijnlijk nooit meer zúlke bijzondere mensen op aarde rondlopen. ‘Het was hoogachting voor mijne voorvaderen, liefde voor het land mijner geboorte, welke mij de dichtpen in handen stelden’, zegt Helmers. Waarna hij uitbreekt in gejubel: ‘[…] ô Aangebeden grond! neen, ik vergeet U nooit. Neen! eeuwig blijft gij mij bekoren! Ik sta U voor geen schatten af! […]’.
 
waarschuwt zijn ‘Landgenooten’ dat ze geen geschiedenisverhalen in deze bundel moeten verwachten. Die verhalen moeten worden geschreven door een geschiedschrijver, niet door een dichter. Hij heeft dus een andere taak. Bij een dichter gaat het om de ‘uitboezeming van het hart’. Een dichter moet, zegt , met het ‘scheppend vermogen’ dat hij heeft ‘zijn gevoel, zijn gloeijende verbeelding’ in het hart van zijn lezers en hoorders uitstorten. Een dichter moet in zijn visie dus precies hetzelfde doen als de ‘gewijde priesterscharen’ in ’ gedicht. Door het zo te formuleren vallen dichters en gewijde priesterscharen samen en zijn dichters gewijd voor het hogere, het goddelijke. Daarbij is de dichter geslaagd als de lezers net zo geëmotioneerd raken als hij, bij het lezen van zijn verzen over hun voorouders en de vaderlandse grond.
 
wil dus twee dingen. Hij wil de liefde voor zijn land en zijn voorouders bezingen, én hij wil dat zijn lezers en – in zijn tijd vooral – zijn toehoorders dezelfde verrukking zullen ervaren als hij. Deze les behandelt hoe deze doelen probeert te bereiken.
 
We bespreken alleen de ‘’ uit De Hollandsche natie, niet de zes ‘’ die daarop volgen. De gaat namelijk over de Batavieren. Welke rol speelde deze Batavierentekst voor de identiteitsvorming van de Nederlander in de vroege negentiende eeuw?

 

Opdracht 1

Maak een keuze tussen opdracht a of b.
a. Zoek een gedicht waardoor jij wordt of werd geraakt. Probeer te verwoorden waardoor het komt dat dit gedicht je ‘iets doet’. Kijk daarbij naar onderwerpkeuze, woordgebruik en woordkeuze, rijm/niet rijm, zinslengte.
b. Schrijf zelf een gedicht waarin je je gevoelens verwoordt. Denk je dat jouw gedicht anderen kan emotioneren? Probeer te verwoorden waarom wel/niet. Kijk daarbij naar onderwerpkeuze, woordgebruik en woordkeuze, rijm/niet rijm, zinslengte.

Opdracht 2

Helmers wil dat iedereen overtuigd raakt van de voortreffelijkheid van zijn land. Als jij reclame voor je land zou moeten maken, welke onderwerpen zou je dan kiezen? Schrijf er ook bij waarom dat voor jouw land zo belangrijk is in jouw ogen.

(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
Een inleidende zang aan het begin van een lyrisch dichtwerk. Een dichtwerk bestaat uit meerdere zangen waaraan de voorzang vooraf gaat.
Onderdelen van een groot episch dichtwerk. Je kunt een ‘zang’ ook wel een afdeling van een dichtwerk noemen.
Een inleidende zang aan het begin van een lyrisch dichtwerk. Een dichtwerk bestaat uit meerdere zangen waaraan de voorzang vooraf gaat.