Les 4 Batavieren in stijl

De ‘Lof’ in de Franse tijd

’ De Hollandsche natie werd uitgegeven in 1812. Nederland was toen geen zelfstandig koninkrijk. Het was sinds 1810 ingelijfd bij Frankrijk, met keizer Napoleon aan het hoofd. Daar was een tumultueuze tijd aan vooraf gegaan – in die tijd had aan het boek gewerkt. Je kunt over die tijd lezen in les 2. Frankrijk had het dus in 1812 voor het zeggen in Nederland. Voordat toen een boek op de markt mocht verschijnen, moest het goedgekeurd worden door een controlecommissie van de overheid, die keek of er geen ondermijnende of oproerende teksten in stonden. De commissie die De Hollandsche natie aan een onderzoek onderwierp oordeelde dat er zo’n 150 regels van de oorspronkelijke tekst moesten worden geschrapt of gewijzigd.
 
Nadat het boek was verschenen konden toch ook nog andere verzen gelezen worden als anti-Frans, dus ‘gevaarlijk’. zou daarom in 1813 alsnog worden gearresteerd – maar toen men hem kwam halen bleek hij net, drie maanden na het verschijnen van De Hollandsche natie, te zijn overleden.

Opgeklopte lucht

Je zou kunnen proberen om een samenvatting in drie zinnen te maken van het gedicht. Dan krijg je zoiets: Het eiland van de Batavieren moet worden geprezen: het is natuurlijk, zonbeschenen, vruchtbaar, onopgesmukt. De vrije Batavieren leven er in harmonie met de natuur, met eerbied voor hun goden en hun voorouders. Dit supereiland en het geweldige leven van de Batavieren staan lijnrecht tegenover het land en de levenswijze van de .
 
Veel meer staat er eigenlijk niet in. Behalve dan natuurlijk ’ belangrijkste boodschap aan zijn lezers, waar hij de twee mee laat beginnen: iedereen moet de grond eren waar hij is geboren en waar zijn voorouders zijn begraven. Wie dat niet doet is een bastaard en verdient het om voor eeuwig vervloekt te worden.
 
De inhoud komt een beetje over als opgeklopte lucht. Had zijn gedicht dan niet wat korter kunnen zijn? Dat had gekund, maar dan had al zijn technieken niet kunnen presenteren. En zonder die technieken zou hij alleen met zijn verstand beelden hebben geleverd, terwijl het nou juist om de emotie ging, dacht men in 1812. En juist die emoties zorgden voor de persuasieve rol die teksten in die tijd konden hebben.
 
We moeten daarom tot de volgende conclusie komen: legt nadruk op de natuurlijkheid en de ongekunsteldheid van de Batavieren ten opzichte van de , in een gedicht waarbij nadrukkelijk in iedere regel taalkunsten zijn toegepast.

(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
De Romeinen waren heersers in onze streken van 200 voor Chr. tot 400 na Chr. (zie ook les 3: Romeinse beschaving)
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
Volkszangers die de daden van helden bezongen. Barden hadden speciale krachten. Bardenliederen moesten het volk aansporen tot grootse daden.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
(1767-1813) Jan Frederik Helmers was een Nederlands dichter en rijk zakenman. In zijn gedichten uitte hij bewondering voor de renaissance. Zijn gedicht De Hollandsche natie uit 1812 bracht hem in problemen met de Franse bezetter.
De Romeinen waren heersers in onze streken van 200 voor Chr. tot 400 na Chr. (zie ook les 3: Romeinse beschaving)