De inhoud van de afzonderlijke lessen
Deze eerste les bevat de basisinformatie voor de lessen 2 t/m 5, namelijk de herkomst van ‘Batavieren’, ook wel ‘Bataven’ genoemd. Daarnaast krijg je een globaal overzicht van de geschiedenis van teksten met Batavieren.
De lessen 2 t/m 5 gaan verder op deze geschiedenis in. Verschillende Batavierenteksten uit verschillende tijden worden onder de loep genomen. In les 2 staat een pamflettekst uit 1781 centraal, geschreven door Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Deze tekst had een spilfunctie in de strijd tussen twee elkaar fel bestrijdende politieke groeperingen. De regeringsvorm van de Batavieren wordt in dit als ideaal gezien. Les 3 gaat over verschillende teksten die tussen 1865 en 1905 voor kinderen zijn geschreven, waarin Batavieren de navolgenswaardige hoofdpersonen zijn. Les 4 beschrijft het lofdicht van Jan Frederik Helmers uit 1812, over het ‘eiland der Batavieren’. De schrijver probeert via stijlmiddelen en beelden over de ‘natuurlijke’ Bataven zijn lezers te ontroeren. Les 5 behandelt het laatste bedrijf van het toneelstuk Baeto (1617), van P.C. Hooft. Baeto wordt gezien als de eerste leider van de Batavieren en daarmee als de ‘oervader’ van de ‘Hollanders’. Het toneelstuk wordt door de schrijver gebruikt om zijn mening te geven over binnenlandse conflicten. De lessen 2 t/m 5 kunnen afzonderlijk worden bestudeerd.
In sommige teksten zijn Batavieren, net als bij Annie M.G. Schmidt ‘primitief’ of ‘barbaars’. Vaker zijn ze juist vertegenwoordigers van een beschaafd, goed georganiseerd volk. Heel vaak zijn het moedige voorouders, die moeten worden geëerd. Alleen in Tante Patent hebben ze horens. Zij heeft dan ook een karikatuur van Batavieren neergezet.