Opdracht 1
Interview uit de drie leeftijdsgroepen 15-25, 25-55 en ouder dan 55 jaar twee willekeurige mensen, zes in totaal dus. Vraag of ze weten wie of wat een Batavier is. Als ze dat weten, vraag ze dan of ze er iets meer over kunnen vertellen, bijvoorbeeld wat voor soort mensen ze waren, wanneer ze leefden, etc.
Opdracht 2
Zoek op internet een instelling of vereniging met de naam ‘Batavier’. Probeer er achter te komen waarom men voor die naam heeft gekozen.
Opdracht 3
Annie M.G. Schmidt beschrijft in bovenstaand tekstfragment de Batavier als ‘onbeschaafd’. Dat kun je terugvinden in de drie verschillende woorden waarmee ze hem aanduidt. Welke drie? Kun je zijn onbeschaafdheid ook nog afleiden uit het feit dat ‘de grote Sof’ zoekt naar een offervat? Motiveer je antwoord.
Opdracht 4
Annie M.G. Schmidt maakt gebruik van ‘sprekende namen’: in iemands naam wordt van hem een karaktereigenschap, een lichamelijk kenmerk, een politieke voorkeur, e.d. genoemd.
a. Wat is de betekenis van ‘patent’ en wat van ‘sof’? Gebruik een woordenboek. Leg uit wat Annie M.G. Schmidt met de naamgeving van deze twee personages heeft willen aanduiden.
b. Zoek op wie of wat ‘Sleipnir’ is. Leg daarna uit waarom het humoristisch is, dat Annie M.G. Schmidt de Batavier ‘de grote Sof van Leipnir’ heeft genoemd.
Opdracht 5
Bekijk en beluister het lied ‘Rauw en primitief‘ van Kinderen voor Kinderen. Schrijf een artikel voor het krantje van de afdeling geschiedenis van jouw school, waarin je aangeeft welke beelden en woorden de maker van de clip gebruikt om de Batavieren af te beelden als ‘rauw en primitief’. Vergelijk in je artikel dit beeld van de Batavier met dat van Annie M.G. Schmidt.