Les 1 Batavieren in beeld

De Historiën van eindigen abrupt. Midden in een zin breekt het verhaal af – althans, het verhaal zoals dat bewaard is gebleven. Het had op geen mooier moment kunnen ophouden: midden in de vredesonderhandelingen tussen en de Romeins legerleider Cerialis. Beiden staan op de brug over de Nabalia, een riviertje waarvan men niet precies weet welk er wordt bedoeld. De brug is in het midden opgebroken, de leiders staan elk aan een kant. De aanleiding voor de onderhandelingen is de onvrede en de onzekerheid bij de Bataven over het langer doorgaan van de opstand. Omringende stammen zijn niet langer bondgenoten, de onbaatzuchtigheid en de oprechte bedoelingen van worden betwijfeld, de kans van slagen is nihil. beschrijft het zo:

En toen de trouw van de stammen van achter de Rijn eenmaal was ondergraven, rees ook bij de Bataven discussie. Ze gingen eronderdoor, het moest ophouden. Eén stam kon de slavernij toch niet de wereld uithelpen? Wat hadden ze bereikt met moord en brandstichting bij de legioenen? De aanvoer van meer, nog sterkere troepen! Als ze voor Vespasianus oorlog hadden gevoerd, tja, Vespasianus kwam nu aan de macht. Of wilden ze de Romeinen militair uitdagen? Hoeveel promille van de mensheid waren de Bataven nu helemaal?
[…] Tot zover het volk, bij de edelen klinken fellere reacties. Het komt allemaal door Civilis’ onbehouwen gekte, díe heeft hun de oorlog opgedrongen! Tegenover zijn privéproblemen heeft hij de ondergang van heel de stam gezet. De goden zijn de Bataven vijandig geworden toen die legioenen gingen belegeren en bevelhebbers uitmoordden, toen ze een oorlog waren begonnen in het belang van één man, en fataal voor de rest. En nu? Aan de rand van de afgrond staan ze, tenzij ze bij hun verstand komen en hun schuld erkennen door die boosdoener te bestraffen.
 
Uit: Tacitus, Historiën V, 25. Vertaling Vincent Hunink, 2010.

Letterlijk op de rand van de afgrond dus, elk op het uiteinde van de opgebroken brug, spreken de leiders elkaar toe. Wat ze zeggen is – op de eerste zinnen van na – verloren gegaan; hoe het precies afliep weten we niet. Uit aanwijzingen in andere geschriften blijkt, dat de Batavieren later weer bondgenoten van de waren. Waarschijnlijk zijn ze uiteindelijk opgegaan in het Romeinse volk.

 

Opdracht 8

De onderhandelingen aan twee zijden van een opgebroken brug spreken tot de verbeelding. Er zijn talloze afbeeldingen van. Zoek op internet tenminste drie afbeeldingen. Schrijf op wie de makers zijn en wanneer de afbeeldingen zijn gemaakt. Vergelijk ze met elkaar. Let daarbij op de houding van de onderhandelaars, de positie ten opzichte van elkaar en de rol van de omstanders. Schrijf de verschillen en de overeenkomsten op.

(ca. 56-117) Publius Cornelius Tacitus was een Romeinse historicus, schrijver en redenaar. Hij schreef de Germania en de Historiën. Hij wordt in de geschiedenis gezien als grootste historicus van Rome.
(25-?) Gaius Julius Civilis leidde de opstand van de Bataven tegen de Romeinen in de jaren 69 en 70. De kennis die we over Civilis hebben, komt uit de Historiën van de historicus Tacitus.
(25-?) Gaius Julius Civilis leidde de opstand van de Bataven tegen de Romeinen in de jaren 69 en 70. De kennis die we over Civilis hebben, komt uit de Historiën van de historicus Tacitus.
(ca. 56-117) Publius Cornelius Tacitus was een Romeinse historicus, schrijver en redenaar. Hij schreef de Germania en de Historiën. Hij wordt in de geschiedenis gezien als grootste historicus van Rome.
(25-?) Gaius Julius Civilis leidde de opstand van de Bataven tegen de Romeinen in de jaren 69 en 70. De kennis die we over Civilis hebben, komt uit de Historiën van de historicus Tacitus.
De Romeinen waren heersers in onze streken van 200 voor Chr. tot 400 na Chr. (zie ook les 3: Romeinse beschaving)