De schrijver van Aan het volk van Nederland stierf op 6 juni 1784, slechts drieënveertig jaar oud en slechts drie jaar na het verschijnen van zijn . Toen hij nog leefde, werd hij benoemd tot Ridder tot de Staten in Overijssel. Hij begon zich toen in te zetten tegen de zogenaamde ‘drostendiensten’ in Overijssel. Toen in het jaar 1780 zijn vader overleed, kreeg Van der Capellen diens huis Appeltern én problemen geërfd, zoals het moeten bijwerken van veertig jaar lange achterstallige administratie en de achterstelling van de katholieke boeren die bij het landgoed hoorden.
Na Van der Capellens dood leken de problemen nog niet verdwenen. Zo is zijn grafmonument verwoest door . Gelukkig was zijn lichaam en dat van zijn vrouw toen al ergens anders veilig ondergebracht. Er waren echter ook nog de in de die meenden een standbeeld voor hem op te moeten richten. Dit werd in Rome vervaardigd, maar is nooit over de Italiaanse grens gekomen omdat de kunstenaar ter dood werd veroordeeld wegens betrokkenheid bij een aanslag op Napoleon.
In Zwolle (Overijssel) wordt Van der Capellen nog vereerd als een onvermoeibare strijder voor de democratie. Ook is bij zijn ouderlijk huis Appeltern een straat naar hem vernoemd. Hella Haasse heeft in 1994 de kroniek Schaduwbeeld, of Het geheim van Appeltern geschreven, waarin een chronologisch overzicht wordt gegeven van de documenten over de politieke situatie in de aan het einde van de achttiende eeuw. Ze besteedt hierin extra aandacht aan Van der Capellen.
Macht van de media:
effect van het pamflet
Van der Capellens verzoek tot actie vond gehoor. Het politieke conflict dat er toch altijd al was tussen en burgers, werd een strijd waarbij zelfs doden vielen. Want niet alleen kwam er een enorme pamflettenregen op gang waarbij burgers elkaar fel bestreden en bespotten, ook vonden er plaats. Daarnaast richtten steden schutterijen op, exercitiegenootschappen. Burgers van beide partijen bewapenden zich en organiseerden militaire oefeningen. Verschillende dorpen en steden werden bestormd, huizen werden geplunderd en in brand gestoken. Sommige schrijvers van boeken over deze periode spreken zelfs over een burgeroorlog, vanwege de grimmigheid van de gewapende strijd.
Er waren verschillende momenten in deze periode, waardoor de situatie ineens omsloeg. Dat was onder andere in 1787, toen de koning van Pruisen zich ermee ‘bemoeide’ en zich tegen de keerde. De hadden zijn zuster prinses Wilhelmina – de vrouw van de Nederlandse – zwaar beledigd. Veel vluchtten toen naar Frankrijk. Daar organiseerden zij zich in een Vreemdelingenlegioen.
Opnieuw was er een totale omslag toen op 15 januari 1795 de Fransen en het Vreemdelingenlegioen, dat gevormd was door de patriotse bannelingen, de bevroren grote rivieren overstaken en hun intocht maakten. vluchtte onmiddellijk naar Engeland. De namen in vrijwel alle Nederlandse steden de bestuurszetels over van de , die er op dat moment zaten. Overal in het land, voortaan de , werden vrijheidsfeesten gevierd; in steden en dorpen plantte men vrijheidsbomen, waar omheen werd gedanst. Deze gebeurtenis wordt wel de ‘’ genoemd. Men ontwierp een grondwet, waarin de idealen van de oude Batavieren moesten worden verwezenlijkt: volkssoevereiniteit, de afschaffing van erfopvolging, hervorming van onderwijs en staatsinrichting. Ook de vrijheid van stond zeer hoog in het vaandel. De heeft voortgeduurd tot 1806. Toen benoemde Napoleon zijn broer Lodewijk tot koning van de Nederlandse staat, die toen Koninkrijk Holland ging heten.